"En het Woord Gods wies."
Wij lezen in de Handelingen der apostelen tot drie maal toe dat het Woord Gods wies. Het was blijkbaar lentetijd, er viel een zachte regen, er groeide wat, er bloeide wat.
Wát? Dat is te schriel, te karig gesproken. Er groeide veel, overstelpend veel. Het Woord Gods keert niet ledig weer.
Het was een levend en krachtig Woord. Hij Die het spreekt, is immers de levende God! En de Heilige Geest is er mee werkzaam wanneer het gepredikt wordt.
Wij moeten er maar eens goed op letten, want de welstand van de gemeente hangt ten nauwste samen met de wasdom van het Woord. En dat geldt naar beide zijden.
Geen wonder. Waar het Woord wast, daar slaat het zijn wortels steeds dieper, daar spreidt het zijn takken steeds breder, daar draagt het steeds rijkere vruchten. Zou daar de gemeente niet goed mee zijn? En omgekeerd, waar het leven der gemeente niet deugt, wordt de wasdom van het Woord bedreigd.
Hoe spoedig kan dat het geval zijn. Het ging zo naar wens in de eerste christengemeente. Zij waren eendrachtig; zij hielden zich aan het Woord, en hielden ook elkaar vast.
De gemeenschap met Christus was een gemeenschap der heiligen. Satan zag het met groot misnoegen. Hij stelde pogingen in het werk om die gemeenschap uiteen te doen springen.
Die pogingen mislukken, de een na de ander. Maar opgeven doet hij het nooit. Hij sluipt om de gemeente heen, of hij ergens een deur vindt om binnen te dringen. Een deur?
Satan komt meestal door een scheur.
En er dreigt een scheuring in de gemeente. Ineens horen we van spanningen tussen twee groepen: de Grieken en de Hebreeën. Er ontstaan wrijvingen, er worden wanklanken vernomen. De weduwen van de Griekssprekende gemeenteleden voelen zich misdeeld en niet ten onrechte. Zij morren daarover. Zit er meer achter?
Vinden de Joden, dat de Grieken er toch eigenlijk niet bij behoren, dat het tweederangs gemeenteleden zijn, en worden daarom hun weduwen overgeslagen?
Wij weten het niet met zekerheid. Maar wanneer achterdocht en achterklap het gemeenteleven schaden, wanneer spanning tot tweespalt leidt, grijpen de apostelen in.
Op hun voorstel worden zeven mannen uit de groep der ontevredenen gekozen, om de zorg voor de weduwen voortaan te dragen. Het is dus geen machtsstrijd geworden, de meerderheid overstemt de minderheid niet. Het is echt een vergadering: wat uiteengeslagen ligt wordt samengevoegd. In de samenkomst werd echt gebeden, de Heilige Geest hechtte zijn goedkeuring aan de verkiezing en de plannen van de vorst der duisternis leden schipbreuk.
Houden wij het ons voor gezegd:Tweedracht en verdachtmaking schaden de wasdom van het Woord.
Iedere gemeente kent haar spanningen, de onze ook.
Pas op voor de splitsingen, in groepen en partijen eerst, daarna in kerkjes en clubjes. Dat is niet de weg van de Heilige Geest. De vraag is: Kennen wij nog zulke vergaderingen, waarin de Heilige Geest mag voorzitten?Waar niet vleselijk, maar geestelijk vergaderd wordt. Waar het er niet om gaat dat wij het winnen - en indien niet, dan verdwijnen wij mettertijd naar elders - maar waar we ons samen gewonnen geven aan de Heere. Gaat het er, met andere woorden, wel Geestelijk naar toe in een gemeente? En zo niet, dan ligt daar een van de oorzaken, dat het Woord des Heeren zo vaak met onvruchtbaarheid geslagen is.
En het Woord Gods wies. Er komt weer gang in, er zit weer groei in, de verhinderingen zijn uit de weg geruimd.
Dat kroont de Heere met Zijn rijke zegen. Velen treden toe tot de gemeente. Opnieuw worden er discipelen gemaakt, leerlingen die op de school van de Heilige Geest uit de Heilige Schrift worden onderwezen. Die wat léren, aangaande den Heere Jezus Christus. Zo wordt de gemeente gebouwd. Onder hen is een grote schare priesters. Priesters: dat waren de voormannen uit het vijandelijke kamp.
Zij hitsten het volk op tegen de apostelen. Zij wilden niets weten van de enige Hogepriester. Hoe zouden priesters ooit den gelove gehoorzaam worden. Dat kan niet! Zij zullen hun werk staken en voortaan van het altaar leven? Het lijkt onmogelijk. Maar als het Woord wast, dan wordt het hen te sterk. Dan wordt in hun midden de priesterlijke heerschappij van Christus opgericht, van Wien geschreven is: "Heers in het midden van uw vijanden." Dan wordt hun orde omvergeworpen, die ze zo krampachtig overheid wilden houden. En priesters leren genoeg te hebben aan de enige offerande van Christus eenmaal aan het kruis volbracht.
Hoe nauw luistert het in de gemeente. En wat hebben zij gelijk, die waarschuwden. Laat ons de Heilige Geest door onze onenigheid niet bedroeven. Laat ons door de wereldgelijkvormigheid van ons kerkelijk streven en strijden de wasdom van het Woord niet nadelig beïnvloeden. Laten wij ons niet geestelijk voordoen, terwijl wij vleselijk bezig zijn. Och, waarschuwingen waren er genoeg, ook onder ons, ook voor onze vergaderingen. De tekst moedigt ons aan. Waar écht vergaderd wordt, daar zal het gezien worden. "En het Woord Gods wies."
L. Kievit
(Overgenomen uit de Waarheidsvriend van 26 augustus 2004)